Close Menu
Slide 1
Slide 2
Slide 3
Slide 4
Slide 5
Slide 6
Slide 7
Slide 8
Slide 9
Slide 10
Slide 11

Voordeel natuurorganisatie

Natuurorganisaties: 

  • Dragen door (mee) te werken aan meer Tijdelijke Natuurgebieden bij aan meer (kwetsbare, zeldzame, beschermde) natuur in Nederland. Zeker pioniersoorten profiteren hier snel van!
  • Kunnen in de ontwikkeling van een Tijdelijk Natuurgebied interessante contacten en samenwerkingsverbanden opbouwen met het bedrijfsleven en overheden.
  • Kunnen op Tijdelijke Natuur-terreinen mensen weer in contact brengen met natuur in de eigen omgeving.

U vindt dat natuur meer ruimte moeten krijgen in Nederland? Zeker de beschermde soorten?
Die extra ruimte kunt u nu helpen creëren. Vraag grondeigenaren om Tijdelijke Natuur toe te laten op hun terrein. In een Tijdelijk Natuurgebied kunnen planten, dieren en vaak ook omwonenden in elk geval één (groei)seizoen terecht. Voor pioniersoorten is dat ruim voldoende om zich verder te kunnen verspreiden.

U kunt samenwerken met een grondeigenaar door mee te denken over een meer natuurlijke inrichting van het terrein, door hulp te bieden voor tussentijdse monitoring en door gezamenlijk omwonenden uit te odigen om van het terrein te komen genieten. 

Hoe?
Wanneer u signaleert dat er al langere tijd een terrein braak ligt kunt u bij de eigenaar of de gemeente de mogelijkheid en voordelen van Tijdelijke Natuur naar voren brengen. U kunt laten zien dat Tijdelijke Natuur veel voordelen biedt (geen risico’s, minder kosten, beter contact met omwonenden, beter imago: zie Voordeel grondeigenaar). 

Waarom Tijdelijke natuur?
‘Pioniersoorten’ (zoals plevieren, rugstreeppadden, kandelaartje en smal vlieszaad) hebben het moeilijk in Nederland. Datzelfde geldt voor ‘vroege soorten’ (zoals orchideeën, porseleinhoen en de zwartkopmeeuw). Met Tijdelijke Natuurgebieden krijgen pioniers en vroege soorten een steuntje in de rug.

Pioniersoorten vestigen zich goed op kaal terrein. Ze krijgen al snel gezelschap van vroege soorten en worden daar uiteindelijk door verdrongen. Op dat moment hebben ze zich wel al voortgeplant en hebben hun nakomelingen of zaden zich kunnen verspreiden. Ook vroege soorten verdwijnen uiteindelijk door successie of doordat het terrein bebouwd of ontgrond wordt. Dan heeft deze tijdelijke ‘woonplaats’ echter al bijgedragen aan de instandhouding of verspreiding naar elders.